Dierziekten
Een ontsteking van de alvleesklier kan de spijsvertering van uw kat ernstig schaden. Behandeling is niet eenvoudig en vindt meestal plaats in een dierenkliniek of als een ziekenhuisbezoek aan de dierenarts, omdat de kat meerdere dagen infusen krijgt.
Een pancreatitis moet door de dierenarts worden behandeld - Afbeelding: Shutterstock / bmf-foto.de
Om pancreatitis te behandelen, krijgt uw huistijger vier tot zeven dagen niets te eten of te drinken. Om te voorkomen dat het dier uitdroogt, zal de dierenarts infusen geven. Voedselgebrek is nodig om de zelfregulatie van het metabolisme en de spijsvertering te herstellen. Gedurende deze tijd moet uw lieveling constant in de gaten worden gehouden, daarom wordt de behandeling uitgevoerd als een klinische patiënt in een dierenkliniek of een speciaal uitgeruste dierenartsenpraktijk. Medicijnen die uw kat mogelijk voor andere aandoeningen gebruikt, moeten meestal worden stopgezet. De vakman zal de afweging maken of dit te rechtvaardigen is.
Vasten en medicatie via infuus
De infusie geeft uw kat niet alleen vocht, maar ook antibiotica, cortisone, pijnstillers en preparaten die werkzaam zijn in maag en darmen. Sommige zijn helaas erg duur. Er zijn ook steroïden, maagzuurblokkers, medicijnen tegen misselijkheid en vitamines. Als de ontsteking chronisch is, zal de dierenarts de kat ook stoffen moeten geven die de ontbrekende spijsverteringsenzymen kunstmatig vervangen.
Verandering van dieet na behandeling
Na de therapie moet permanent een speciaal dieet worden gevolgd. Uw dierenarts zal u informeren over de verandering in het dieet. Bij ernstige vormen van pancreatitis moeten na de behandeling ook kunstmatige verteringsenzymen aan het voer worden toegevoegd. Als de ziekte uw lieveling al onomkeerbare schade heeft toegebracht, moet u met uw dierenarts praten over het nut van deze complexe en pijnlijke behandeling voor de kat.
Pancreatitis bij katten: symptomen
Voedselallergie bij katten: wat te doen?
Obesitas na castratie van een kat: hoe voorkom je het?